Een ode aan de cello
De mooie cello
De cello is in alle opzichten een mooi instrument: het oogt mooi en elegant, het geeft een warm en soms wat weemoedig geluid en als je speelt kan je het helemaal omarmen. Mensen vragen mij wel eens waarom ik cello ben gaan spelen. Zelf weet ik dat niet. Volgens mijn ouders vond ik de cello het mooiste instrument toen ik op een muziekschool kennis mocht maken met allerlei instrumenten. Ik was toen acht of negen jaar oud. Sinds die tijd heb ik altijd cello gespeeld en ik ben nog elke dag blij met die keuze.
De moeilijke cello
De cello vind ik wel een moeilijk instrument. Allerlei technische dingen zijn al ingewikkeld zoals zuiver spelen, mooi strijken, in de maat spelen, niet te hard of te zacht, noem maar op. Maar waar het op aan komt is echt muziek maken en dan heb je aan techniek alleen niet genoeg maar moet je in je hoofd een beeld hebben hoe je de muziek wilt laten klinken.
De geduldige cello
Het gekke is dat je na verloop van tijd oefenen steeds leuker gaat vinden. Ik heb lang gedacht dat als ik nou maar een stuk vaak genoeg achter elkaar doorspeel, het vanzelf mooier gaat klinken. Dat is niet zo, integendeel. De kans is groot dat je verkeerde gewoontes instudeert die je later weer moet afleren. Dat werkt dus niet. Van mijn celloleraar heb ik geleerd “tijdloos te studeren”. Dat betekent dat je met plezier een half uur aan maar paar maten besteed en net zo lang oefent tot het wat wordt. En de volgende dag weer. Het geeft voldoening als je op een gegeven moment merkt dat het inderdaad beter gaat klinken.
De veelzijdige cello
Een cello kan bescheiden andere instrumenten met eenvoudige lijnen ondersteunen. Maar evengoed kan de cello prachtige melodieën voortbrengen en als een menselijke stem diepe emoties oproepen. En wat te denken van de heavy metal cello’s van Apocalyptica of Yo-Yo Ma die Argentijnse tango’s speelt. Een cello zal daarom niet snel ontbreken in een groep instrumenten en voor cellisten is dat heerlijk. Er is altijd wel behoefte aan een cello. Een cello kan alles maar of een cellist alles kan is een andere vraag. Je kan een cello niet je wil op leggen. De kunst is zo te spelen dat de cello uit zichzelf mooi wil klinken.
Het BSO is een fijn orkest
Sinds 2016 mag ik bij het BSO meespelen. Ik vind het een bijzonder orkest. Er wordt echt hard gewerkt tijdens de repetities en je merkt dat iedereen thuis ook zo goed mogelijk probeert te oefenen. En met Arno van Raaphorst hebben we een inspirerende dirigent die veel vertrouwen geeft en ons mooier laat spelen. Maar wat mij vooral opvalt is de hartelijke manier waarop iedereen met elkaar omgaat. Dan wordt het een feest om zaterdagochtend vroeg op pad te gaan naar de volgende repetitie.
Arthur Sweens, (cello)